Het onderwijssysteem in Kenia
Voorafgaand aan het verplichte primair onderwijs zijn er babyklassen of kinderdagverblijven voor kinderen vanaf drie jaar. Daarvoor moet betaald worden en maar weinig mensen maken daar gebruik van. Ongeveer vanaf hun vierde kunnen Keniaanse kinderen naar de Pre-Primary school (PP1 en PP2). De pre-primary school is een school vergelijkbaar met wat vroeger ons kleuteronderwijs en wat nu de eerste groepen van het primair onderwijs (groep 1 en 2) zijn.
Vanaf zes jaar start voor kinderen in Kenia het verplichte (primair) onderwijs in een Primary school. De verplichting is er sinds 2003 en in principe is dit onderwijs gratis. Er moet wel betaald worden voor een uniform, boeken en examens, wat het toch financieel lastig maakt voor een aantal ouders. De meeste scholen voor primair onderwijs zijn publieke dagscholen, maar er zijn ook publieke kostscholen en daarnaast de privéscholen die niet door de overheid bekostigd worden. Privéscholen zijn vaak dure, door rijke ouders bekostigde scholen, maar ook scholen zoals het Oloo Children Centre die dankzij de vrijwillige inzet van Kenianen en vaak gesteund door internationale sponsoren kunnen bestaan.
In het primair onderwijs krijgen kinderen de volgende vakken: taal (Engels en Kiswahili); rekenen/wiskunde; geschiedenis; aardrijkskunde; Biologie, natuur-/scheikunde (science); handenarbeid (crafts) en godsdienst/maatschappijleer. Daarnaast zijn er sportlessen.
De school kent acht klassen (grades of ook wel standard 1 tot en met 8), op hun veertiende verlaten ze deze school. De primary school wordt afgesloten met een landelijk examen en als kinderen dat halen krijgen ze het Kenya Certificate of Primary Education (KCPE). Kinderen doen examen in vijf vakken: Kiswahili; Engels; rekenen/wiskunde; biologie, natuur-/scheikunde (science) en godsdienst/maatschappijleer. Het maximaal aantal te behalen punten is vijfhonderd, honderd per vak. Honderd punten is vergelijkbaar met een tien bij ons.
Het voortgezet of secundair onderwijs duurt daarna nog vier jaar.[1] Net als in Nederland is er onderscheid tussen beroepsgericht voortgezet onderwijs en algemeen vormend voortgezet onderwijs. Afhankelijk van het aantal punten dat gehaald is met het KCPE wordt gekozen voor een beroepsgerichte opleiding die programma’s aanbiedt voor alle denkbare beroepen.
Kinderen die goed scoren kunnen naar de ‘Highschool’. Dit algemeen vormend voortgezet onderwijs is eveneens vier jaar. De goede leerlingen kunnen, als er geld voor is en ze hun Kenya Certificate of Secondary Education met voldoende goede scores gehaald hebben, daarna naar de universiteit. Voor de anderen is dit het eindniveau.
Ongeveer 85% van de Keniaanse kinderen gaat volgens de officiële cijfers naar een primary school. Juist dankzij de gesponsorde privéscholen kunnen er meer kinderen naar school. Voor 24% van de kinderen is er daarna vervolgonderwijs en slechts 2% gaat naar de universiteit of hogeschool.
​
​
[1] Kenia wil het systeem aanpassen tot zes jaar primair onderwijs, gevolgd door vijf/zes jaar voortgezet en daarna eventueel nog vier jaar universiteit.